
Het is cruciaal voor elk bedrijf om over nauwkeurige en actuele data te beschikken. Google Analytics 4 (GA4) is daarbij een onmisbaar hulpmiddel, maar het vraagt enige fine-tuning om echt effectief te zijn. Hier zijn drie tips om ervoor te zorgen dat je het meeste uit je GA4-data haalt:
- Verleng de bewaartermijn van gegevens naar 14 maanden: Standaard bewaart GA4 gegevens slechts twee maanden. Dit betekent dat een gebruiker die na deze periode terugkeert, opnieuw als een nieuwe gebruiker wordt geregistreerd. Door de bewaartermijn van gegevens naar 14 maanden te verlengen, krijg je een accurater beeld van terugkerende gebruikers.
In Google Analytics 4 (GA4) kun je de bewaartermijn van gebruikersgegevens als volgt instellen:
- Meld je aan bij Google Analytics.
- Selecteer de juiste account en property.
- Klik in de linkerzijbalk op ‘Beheer’ (het tandwielpictogram onderaan).
- Onder de kolom ‘Property’ selecteer je ‘Gegevensinstellingen’.
- Klik vervolgens op ‘Gegevensbehoud’.
- In dit scherm kun je de ‘bewaartermijn van gebruikersgegevens’ wijzigen. Verander deze naar 14 maanden.
Let op: Het wijzigen van de bewaartermijn van gebruikersgegevens heeft geen invloed op de hoeveelheid gerapporteerde sessies. Het beïnvloedt echter wel rapporten die op gebruikersgegevens zijn gebaseerd.
2. Sluit intern verkeer uit en activeer een filter: Je wilt dat je data een zo zuiver mogelijk beeld geeft van je publiek. Daarom is het belangrijk om jezelf en je collega’s, die de site waarschijnlijk regelmatig bezoeken, uit te sluiten van je analytics. Merk op dat deze filter standaard op ‘Testen’ staat, dus vergeet niet deze ook te activeren nadat je het interne verkeer hebt uitgesloten.
- Log in op je Google Analytics-account.
- Kies de juiste account en property.
- Klik in de linkerzijbalk op ‘Beheer’ (het tandwielpictogram onderaan).
- Onder de kolom ‘Property’ selecteer je ‘Datastreams’.
- Klik op de juiste datastream (meestal de website van je organisatie).
- Scroll naar beneden naar het gedeelte ‘Tagginginstellingen’ en klik op ‘Definieer interne verkeer’.
- Klik op ‘Maak’.
- Voer een geschikte naam in voor de regel (bijvoorbeeld “Intern Verkeer”) en voer het IP-adres (of adressen) in dat je wilt uitsluiten.
- Klik op ‘Maken’ om de regel op te slaan.
- Ga terug naar ‘Datastreams’ en klik op je datastream.
- Scroll naar ‘Geavanceerde instellingen voor meting’ en klik op ‘Filters voor deze datastream’.
- Klik op ‘Filter toevoegen’ en selecteer de filter die je net hebt aangemaakt.
- Vergeet niet om de filter te activeren door deze op ‘Aan’ te zetten.
3.Stel mogelijk de duur voor betrokken sessies bij: GA4 beschouwt een sessie als ‘betrokken’ als deze langer dan een bepaalde tijd duurt. Standaard is deze drempel ingesteld op 10 seconden, wat vrij kort is. Overweeg dit aan te passen naar 30 seconden of een tijd die beter overeenkomt met jouw definitie van een betrokken sessie.
Met deze drie tips ben je beter in staat om waardevolle inzichten uit je GA4-data te halen en kan je nauwkeuriger meten en evalueren.
Zelf geef ik training aan redacties, marketeers en salesmensen om GA-4 goed te gebruiken. Heb je hier interesse in, neem dan contact met me op.